Oorspronkelijk artikel door Eileen Anderson
Dit is nog een opmerking die je vaak hoort als je met voedselbeloningen werkt, soms met een spottende ondertoon maar ook vaak serieus:
“We geven onze kinderen toch ook geen koek of snoep elke keer dat ze hun schoenveters strikken, of een kwartje als ze netjes dank je wel zeggen?”
Vaak vermelden ze erbij dat, als we dit wèl zouden doen bij kinderen, het een slechte vorm van omkoperij, verwennerij en permissieve ouderschap zou zijn (En het is trouwens vaak ook nog eens de oorzaak van alle kwade verschijnselen van onze tijd!). En we zijn net zo halfhartig tijdens het trainen van onze paarden!
Maar het “koekjes-bezwaar” is makkelijk te weerleggen. Met alle respect, maar mensen die deze uitspraak doen hebben vaak niet veel kennis op het gebied van leertheorie en het trainen met positieve bekrachtiging. Het misverstand bestaat al decennia. B.F. Skinner heeft het ook al geadresseerd, zó lang bestaat het misverstand al, in zijn Review Lecture: The Technology of Teaching, 1965, waarin hij verwijst naar een casus over een jongen met kinderschizofrenie en een staaroperatie had moeten ondergaan. Hij wilde zijn bril niet dragen, dus werd hem dit geleerd door middel van externe beloningen.