Ik ben meester over mijn lot

Oorspronkelijk artikel door Horses Under Our Skin

“The capacity to exercise control over the nature and quality of one’s life is the essence of humanness”, Albert Bandura, 2001.

Heb je ooit een splinter in je vinger gehad? Een vennijnige kleine speldenprik, net onder je huid. Het houdt je goed bezig: je zuigt op je vinger, je probeert het vast te pakken tussen je nagels of met een pincet, maar niks helpt. Je voelt de splinter de hele tijd zitten en die irritatie heeft invloed op alles wat je doet. Er zit niks anders op, je zult het met een naald eruit moeten vissen.

Hier wordt het interessant. De splinter onder je huid, of het vuiltje in je oog – het zit onder je huid, het zit in je oog. Maar je krijgt het gevoel dat je iemand anders moet gaan vragen om het eruit te halen voor je. Je hoeft dit gevoel niet vaak te verwoorden, maar dat is omdat niemand begrijpt hoe het is om in jouw huid te leven. Jij weet dat wanneer zij jouw oog aanraken met hun vinger, dat zij het niet voelen, en ze misschien niet stoppen voordat het zeer gaat doen. Je weet dat het zeer gaat doen wanneer ze de splinter eruit halen, en omdat zij de pijn niet voelen, prikken ze misschien te hard.

dorothy 2

We leven allemaal in onze eigen huid, en we hebben een bewustzijn van onze eigen lichamen. We hebben ook een geweten dat stuurt wat we doen, wanneer we het doen en hoeveel ervan we doen. We weten dat we iets moeten ondernemen om iets te verkrijgen dat we willen en nodig hebben, en om dingen die we eng of vervelend vinden te vermijden. We lopen rond met het gevoel dat we de touwtjes in houden hebben. Hoe snel loop ik? Zo snel als ik nodig vind om ergens te komen. Hoe hard krab ik als ik jeuk heb? Precies hard genoeg zodat het geen zeer doet maar wel opluchting brengt. Hoe lang blijf ik in de zon? Lang genoeg om van de warmte te kunnen genieten, maar niet zo lang dat ik verbrand of het te warm krijg. Hoe lang ga ik zwemmen? Lang genoeg om lekker te genieten van het zijdezachte water, maar niet zo lang dat ik het koud krijg.

Het gevoel dat we controle hebben over ons lot wordt soms “agency” genoemd, en het is vaak een gevoel dat we alleen herkennen als het er niet is. We zijn heel bezorgd of zelfs bang als we iemand anders die splinter laten verwijderen omdat we onze “agency” hebben overgedragen aan iemand anders, en hoeveel we die persoon ook vertrouwen, het is lastig om geen controle te hebben over ons eigen lichaam. Er zijn misschien maar een paar mensen die we genoeg vertrouwen om een splinter te laten verwijderen: voor paarden zijn er maar een handjevol andere paarden die ze genoeg vertrouwen om tanden toe te laten tijdens het wederzijds manenkrabbelen.

Daar tegenover staat dat als we het gevoel hebben dat we de controle verloren hebben: als we geloven dat onze acties geen invloed hebben op het leven, dan geven we op. We stoppen met proberen en sluiten onszelf af. Veel paarden voelen zich zo door onze training. Ik weet vrij zeker dat het bijna nooit onze bedoeling is: de meeste mensen willen een paard om zijn karakter en hoe ze doen, we willen geen ja-knikkende machines. We snappen het gevoel van geen controle hebben zelf ook, maar we zien het vaak niet als het bij de paarden gebeurt tijdens het trainen.

Dit is iets waar ik al een paar weken over aan het nadenken ben, door een lief jong paard dat ik aan het trainen ben. Hij begrijpt en vertrouwt mensen niet. Ik weet niet wat er met hem is gebeurd: misschien is hij maar minimaal gehanteerd door mensen, maar wel met het idee dat een paard dingen leert te accepteren door het gewoon te doen. Ze in een hoek drijven en een halster of hoofdstel omdoen, afspuiten, vliegenspray opdoen. Alle dingen die we doen als we voor het paard proberen te zorgen. Misschien is hij wel nooit gehanteerd, en is hij nu heel wantrouwig terwijl hij leert over mensen. Toen ik hem voor het eerst zag, zat hij vast. Hij was alleen, in een stal, zonder andere paarden in de buurt. Het was een situatie waar hij bijna hulpeloos was en heel erg bang want hij had geen flauw idee wat er ging gebeuren. Hij kon niet vluchten, niet verstoppen en hij had geen kudde om mee te vluchten of verstoppen.

Tijdens mijn werk met hem besefte ik dat mensen en paarden iets gemeen hebben waar ik nog niet eerder over geschreven heb. Want gedurende de afgelopen weken heb ik hem niks aangedaan. Ik heb heel erg mijn best gedaan, zelfs als hij op stal stond, om niks bij hem te doen, maar hem juist de kans geven om dingen bij of met mij te doen. Als hij ook maar naar me keek, beloonde ik hem. Als hij mijn hand aanraakte, beloonde ik hem. Als hij de stal uit was (dat vroeg nogal wat vertrouwen van de eigenaren, die geloofden dat een paard nou eenmaal niks met mensen te maken wil hebben zodra hij buiten is en geen reden heeft om bij ons te zijn) en hij in mijn richting bewoog, beloonde ik hem. Als hij met me meeliep, beloonde ik hem. We werken nu langzamerhand naar halsters en borstels toe, en – het moeilijkste van allemaal – aangeraakt worden door mensenhanden. Ik bleef hem toestaan om zichzelf te zijn en hem elke keer te belonen als hij met mij bezig was. Hij raakte het halster aan, hij kwam dicht bij mijn arm met zijn hoofd, hij stak zijn neus door de neusriem van het halster. Hij raakte de borstel aan, met zijn neus, zijkant van het gezicht of hield zijn hoofd laag zodat ik tussen zijn oren kon borstelen. Nu plaatst hij zelfs zijn hoofd wel eens op zijn schouder terwijl hij zijn ogen sluit, wat veel vertrouwen vraagt van een dier dat zijn zicht nodig heeft om veilig te blijven. Ik zorg tijdens al deze dingen dat hij zijn “agency” behoudt. Ik doe dit omdat ik wil dat hij zelfvertrouwen krijgt, en zich vrij genoeg gaat voelen om op onderzoek uit te gaan. Eén van de beste dagen tot nu toe was wanneer ik een borstel op de grond had laten liggen terwijl ik andere dingen klaar aan het maken was, en hij het oppakte en ermee wegrende! Hij had genoeg zelfvertrouwen om zich speels te gedragen in mijn buurt!

dorothy 1

Ik weet dat hij niet mijn paard is en dat ik uiteindelijk een deadline heb: ik moet hem klaar “maken” voor de mensenwereld, zodat hij dagelijkse handelingen kan tolereren die hem gaan overkomen in de toekomst, door mensen die er misschien niet zo zeer bij stil staan dat er een manier is om een paard bij het proces te betrekken wanneer je voor hem zorgt. Hij zal bijvoorbeeld moeten leren om vast te staan, want mensen zullen hem vastzetten om zijn prachtige manen te kunnen kammen… En toch, als mensen, begrijpen we het volkomen als een jong kind op een dag weigert zijn of haar haar te laten doen omdat ze het zelf willen doen… ze weten hoe het voelt als iemand anders het doet en ze willen liever de controle in eigen handen. We kunnen kinderen leren dat ze controle over kunnen nemen… en we kunnen ook paarden leren een stukje controle terug te nemen. We kunnen ze leren om ons te vertellen wanneer ze klaar zijn voor een bepaald proces, handeling of oefening, in plaats van dat wij die beslissing voor ze nemen. En de magie hiervan is dat, als we het goed doen, het paard hier niet minder van zal gaan meewerken. Hij zal juist gewilliger worden en meer interesse tonen in het samenwerken met ons.

Maar het punt van deze blogpost is dat we een stuk van onze eigen controle, onze eigen agency, op moeten geven om dit voor elkaar te krijgen. We moeten een stap terugzetten en toegeven dat een ander dier – een andere soort – gevoelens en meningen heeft over wat wij ze aandoen, net zoals wij doen als iemand iets bij ons wilt doen zonder onze toestemming. We moeten extra tijd gaan investeren – in een wereld waar we constant onder tijdsdruk worden gezet – om met ze te werken, zodat ze geborsteld willen worden, hun hoeven willen laten bekappen, hun halster om willen doen. We kunnen beter wat meer controle over het tempo van het proces geven aan het paard zodat hij blij kan zijn tijdens het proces, in plaats van alles maar toelaat omdat het nú moet gebeuren en hij er uiteindelijk toch niks over te vertellen heeft.

Door een stukje controle op te geven leren we echt een meester over ons eigen lot te worden, een kapitein van onze ziel: we zijn niet onafhankelijk, we zijn verbonden. In staat zijn om op iemand te vertrouwen en tegelijkertijd te erkennen dat ze controle over hun eigen leven nodig hebben, is wat ons compleet maakt als mens.

 

Out of the night that covers me,   
  Black as the Pit from pole to pole,   
I thank whatever gods may be   
  For my unconquerable soul.   
   
In the fell clutch of circumstance 
  I have not winced nor cried aloud.   
Under the bludgeonings of chance   
  My head is bloody, but unbowed.   
   
Beyond this place of wrath and tears   
  Looms but the Horror of the shade, 
And yet the menace of the years   
  Finds, and shall find, me unafraid.   
   
It matters not how strait the gate,   
  How charged with punishments the scroll,   
I am the master of my fate:
  I am the captain of my soul.

Invictus - William Ernest Henley, 1849 - 1903

 

 

Plaats een reactie